“Criminaliteit los je niet op zonder de ouders”

Stichting De Moeder is de Sleutel helpt en begeleidt moeders en hun kind dat geweld pleegt. Oprichtster Diana Sardjoe vormt samen met de moeders een brug tussen de overheid en gezinnen.
 

De moeders van de organisatie hebben een kind - vaak een zoon - die betrokken is bij criminele activiteiten. Diana Sardjoe heeft er zelf ook ervaring mee: haar zoon pleegde op 14-jarige leeftijd een straatroof met geweld. “Criminaliteit los je niet op zonder de ouders van daders”, stelt Diana. Met koffiemomenten, bijeenkomsten, uitstapjes, workshops, lezingen en trainingen ondersteunt de stichting sinds 2019 moeders om hun kinderen uit de criminaliteit te houden. De organisatie is actief in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag.
 

Moeders hebben sleutelrol

“Wij moeders hebben het idee dat mensen ons zien als falende opvoeder, in plaats van als onderdeel van de oplossing. Terwijl we juist een belangrijke rol hebben: moeders kennen hun kind (vaak) het beste. Veel hulporganisaties komen met oplossingen die passen bij gezinnen in een veilige omgeving. Maar, veel moeders en jongeren komen niet uit zo’n omgeving. Andere gezinnen krijgen juist weer te weinig hulp aangeboden omdat ze ‘sterk’ lijken, of denken hun zoon zonder hulp te kunnen redden.”
 
“Zelf zag ik dat mijn zoon heel boos op de wereld was. Op school voelde hij zich niet geaccepteerd. Zo moest hij achterin in de klas zitten, omdat ‘zijn stem te zwaar was’. De politie sprak hem aan op straat - maar andere jongeren niet. Hij voelde zich buitengesloten. Niemand kwam voor hem op”, vertelt Diana. “Toen ik mijn zorgen deelde, kreeg ik te horen dat het ‘bij de puberteit hoort’. Even later pleegde hij die roof en stond er een arrestatieteam in de tuin.”
 

Wrijving en wantrouwen

Voorbeelden zoals die van Diana, zorgen voor wantrouwen tussen gezinnen en organisaties, zoals de politie. “Met De Moeder is de Sleutel praten we met moeders en hun kind, om te ontdekken wat er aan de hand is. Ook praten we over het wantrouwen richting de politie en andere hulpverlening. Ouders en gezinnen denken vaak dat de politie er niet is om hen te helpen. Toch kunnen we werken aan dat gevoel van veiligheid”, vertelt Diana.

“Een netwerkspecialist van de politie Amsterdam-Zuidoost kwam eens langs om kennis te maken met ouders en te luisteren naar hun verhalen. En met het Openbaar Ministerie organiseerden we een ‘open space’: waarin ouders, hulpverleners en justitie elkaar vragen kunnen stellen. Want het is heel normaal dat je niet weet hoe de politie werkt. Geen van die ouders dacht vroeger: mijn baby wordt later crimineel.”

Meer aandacht voor preventie

“We wonen in een land waar veel georganiseerde misdaad voorkomt. Dus we moeten onze kinderen extra goed beschermen. En ja er wordt veel bezuinigd, maar er is zoveel wat wél kan. Een goed gesprek thuis, bewustzijn in de klas: dat is gewoon nodig. Hulporganisaties kunnen hier ook beter in worden, die komen nu vooral nog in actie wanneer het al mis is gegaan. Je wil dat mensen zich veilig bij een hulporganisatie voelen al vóór het misgaat. Al bij de eerste signalen.”
 

Iedereen heeft een rol

De verhalen die Diana hoort, worden heftiger. Dus ze is blij dat ze meewerkt aan extra hoofstukken voor het boek Tieners achter tralies. In dat boek (van Paul Vugts, Maarten van Dun en het Openbaar Ministerie) staat straks nieuwe informatie over ‘criminele uitbuiting’ die ze aan ouders kan geven wanneer zij zelf pauze neemt.

“Ik wil dat iedereen: het Openbaar Ministerie, jongeren, ouders, politie en de gemeente, straks meer weet over wat een ontploffing doet met gezinnen. En wat drugs uithalen met iemands toekomst doet. Over wat je kunt doen en ook wat je vooral niet moet doen, als ouder of hulpverlener. Ik wil dat iedereen zich bewust wordt van zijn of haar rol in de veiligheid van jongeren. Ook licht ik veel kleine, lokale hulporganisaties uit. Grote instanties kennen die lokale vaak niet, maar die zien als eerste waar het misgaat in een wijk. En mensen voelen zich sneller veilig bij iemand uit dezelfde omgeving.”