'Als ondernemer én mens wil je je veilig kunnen voelen'

Voor ondernemer Bob Scherrenberg voelt bedrijventerrein Nieuw Overvecht al ruim 20 jaar als thuis. Een thuis waar hij goed ziet wat de invloed van misdaad op ondernemers kan zijn. Het stadsdeel heeft nog altijd last van een slecht imago, maar door sociale controle is de situatie de afgelopen jaren verbeterd.

Bob werd geboren aan de rand van het bedrijventerrein en op zijn twintigste begon hij met een vriend een autowasbedrijf: “Met het geld dat we verdienden, huurden we steeds meer panden. Uiteindelijk ben ik vastgoed gaan verhuren. En ik ben me ook breder voor het bedrijventerrein gaan inzetten. Overvecht gaat me aan het hart.”
 

Hoe heb je het bedrijventerrein in die 20 jaar zien veranderen?

“20 jaar geleden was het nog een autoboulevard. Toen de autodealers vertrokken naar andere plekken, waren er steeds vaker criminele activiteiten. Er waren bijvoorbeeld loodsen met illegale drugsproductie. Onder andere daardoor, kreeg het terrein een slechte naam.

“In 2009 maakten we met het bedrijventerrein een nieuwe start. Samen met de gemeente en de ondernemersvereniging – waar ik bestuurslid van werd - wilden we gemengd MKB naar Overvecht toe halen. Dat gaf nieuwe energie. Er is veel verbeterd, maar sommige problemen bleven: een bedrijfje dat geheime opbergplekken inbouwde in auto’s, een schietpartij... Uit onderzoek bleek dat de georganiseerde misdaad actief was op dit bedrijventerrein.”
 

Wat maak een bedrijventerrein zo kwetsbaar voor misbruik door criminelen?

“Criminele organisaties zitten hier een stuk anoniemer. Zeker in de avonden zijn er weinig mensen. Ook ligt dit terrein naast een kwetsbare wijk. Er is veel armoede en andere sociale problematiek. Jongeren zijn in zo’n wijk een makkelijk slachtoffer voor criminelen. Ze worden bijvoorbeeld gevraagd of gedwongen om mee te doen aan plofkraken. 2 jaar geleden is hier op het terrein nog een pand gevonden waar plofkraken werden voorbereid.”
 

Welke maatregelen nemen jullie tegen dit soort praktijken?

“Sinds een paar jaar moeten autobedrijven in Nieuw Overvecht een vergunning hebben. Voor veel ondernemers best een gedoe; die zitten daar echt niet op te wachten. Maar het hielp wel: een aantal ondernemers is vertrokken. Nu weten we zeker dat de autobedrijven die hier wél zitten, in orde zijn. Dat is voor iedereen fijn om te weten.

“Ook investeerden we de afgelopen jaren in nieuwe beveiligingscamera’s. Daarmee volgen we bijvoorbeeld welke voertuigen het terrein opkomen. En of die opvallend langzaam rijden, of bepaalde rondjes maken. Zo’n investering financieren we vanuit het ondernemersfonds. Dat laat zien hoe belangrijk ondernemers het vinden. Als ondernemer én als mens wil je je gewoon veilig kunnen voelen. Dat is een basisbehoefte.”
 

Hoe is het nu met dit gevoel van veiligheid?

“Het gekke is: het gevoel dat het hier onveilig is, leeft vooral buiten het bedrijventerrein. Ondernemers zelf vinden het meevallen, blijkt uit enquêtes. Tot er iets gebeurt, zoals een schietpartij. Of er een illegale sigarettenfabriek wordt opgeruimd. Dan denken ze: wow, zat die bij mij om de hoek?”

“Daarom is het ook zo belangrijk om over criminaliteit te praten met ondernemers. Zodat ze weten waar ze op kunnen letten. En het melden als ze iets opvallends zien. Denk aan panden waar je nooit iemand naar binnen ziet gaan. Of alleen op hele gekke momenten. En aan daken waar geen sneeuw op blijft liggen, wat een signaal voor drugsproductie kan zijn.”
 

Hoe stimuleren jullie het doen van die meldingen?

"Vorig jaar openden we samen met de gemeente een Ondernemersloket, waar ondernemers informeel kunnen delen wat ze bezighoudt. Het is een ontmoetingsplek geworden. Die plek en onze netwerkdagen zorgen dat ondernemers elkaar beter leren kennen en de sociale controle omhoog gaat. Zodat ze bij een nieuwe huurder eerder denken: he, een nieuw gezicht, daar ga ik eens een praatje mee maken.”

“Sinds vorig jaar zit hier ook een werklocatie voor creatieve ondernemers en onlangs opende hier een sportschool. Geleid door een ex-topsporter uit Marokko: echt een rolmodel voor de jeugd. Zo kunnen we via dit bedrijventerrein ook een positieve bijdrage leveren aan de wijk. Dit soort initiatieven en verbeteringen kunnen we niet alleen. We trekken op met de overheid en zorgen voor goed contact met de wijkagent. Die relaties zijn heel belangrijk.”